Je ziet het werk Vrijheid van De Haan en leest de titel. In het eerste opzicht lijken deze twee lijnrecht tegenover elkaar te staan. Het is een werk met tralies en een strop. De strop is gemaakt van dik touw en is met spijkers in de bovenkant van het werk bevestigd. De tralies zijn verroest. Echter, wanneer de toeschouwer beter kijkt, ziet hij of zij dat een van de tralies opgebroken is. Ook de ketting die in het werk ligt, is los. Dit zou het aspect van de vrijheid kunnen zijn, waar De Haan naar verwijst in zijn titel. De kooi is immers niet meer gesloten, maar opgebroken.